Over de LVVP

Minder diagnose-informatie nodig voor DIS (gespecialiseerde ggz)

Minder diagnose-informatie nodig voor DIS (gespecialiseerde ggz)

11-04-2019 Print

Eind 2018 berichtten wij u over de wijzigingen in de regelgeving voor 2019. De NZa heeft een nieuwe versie gepubliceerd van de regeling ’Verplichte aanlevering minimale dataset gespecialiseerde ggz’. Deze regeling gaat over de aanlevering van dbc-gegevens bij het DIS (dbc-informatiesysteem). Bij de verwerking van de data volstaat informatie op hoofddiagnoseniveau; daarom gaat de NZa niet langer informatie over diepere niveaus opvragen. Omdat ict-leveranciers tijd nodig hadden om hun software aan te passen, ging de wijziging niet op 1 januari jl. in, maar gaat deze in op maandag 15 april 2019.

 

De wijzigingen in de gegevensaanlevering bij DIS zijn:

  • As 3, as 4 en as 5 hoeven niet meer aangeleverd worden.
  • As 1 en as 2 hoeven niet meer op het diepste niveau aangeleverd te worden. Dit betekent dat per aangeleverde primaire- en nevendiagnose de diagnosehoofdgroep volgens DSM-IV aangeleverd moet worden (zie de tabel hieronder). Als u de diagnoses in DSM-5 vastlegt, wordt alleen de bijbehorende diagnosehoofdgroep in DSM-IV bij DIS aangeleverd. Het omzetten van diagnosehoofdgroepen van DSM-5 naar DSM IV wordt geautomatiseerd door de softwareleverancier gedaan (middels een conversietabel).
  • Het aantal nevendiagnoses die bij dit dbc-traject horen in deze diagnosehoofdgroep wordt geaggregeerd op diagnosehoofdgroep en dbc-traject. Als er bijvoorbeeld drie verschillende angststoornissen op het diepste niveau aanwezig zijn als nevendiagnoses, dan voldoet het om aan te geven dat er sprake is van angststoornissen als nevendiagnose met daaraan toegevoegd het aantal (in dit geval 3).
  • Als de leverancier de mogelijkheid blijft bieden, kunt u ervoor kiezen om de bovengenoemde detailinformatie nog wel in te vullen in uw registratiesoftware. Deze informatie is dan alleen voor uw eigen gebruik en wordt per 15 april niet meer aangeleverd aan DIS.

 

De codes diagnosehoofdgroepen die gebruikt worden voor DIS zijn:

  • 001 Overige stoornissen in de kindertijd
  • 002 Pervasieve ontwikkelingsstoornissen
  • 003 Aandachtstekortstoornissen en gedragsstoornissen
  • 004 Restgroep diagnoses
  • 007 Delirium, dementie en amnestische en andere cognitieve stoornissen
  • 008 Aan alcohol gebonden stoornissen
  • 009 Overige aan een middel gebonden stoornissen
  • 010 Schizofrenie en andere psychotische stoornissen
  • 011 Depressieve stoornissen
  • 012 Bipolaire en overige stemmingsstoornissen
  • 013 Angststoornissen
  • 014 Persoonlijkheidsstoornissen
  • 015 Somatoforme stoornissen
  • 016 Eetstoornissen

 

NB: De hoofddiagnoses ‘005 Aanpassingsstoornissen’ en ‘006 Andere aandoeningen en problemen die een reden voor zorg kunnen zijn’ mogen alleen in geval van ‘pre-intake, diagnostiek en algemeen indirecte tijd’ geregistreerd en naar DIS gestuurd worden.

 

Ook interessant

Toestemmingen kwaliteitsstatuut in het kader van de AVG

Mediquest benaderde u begin dit jaar met het verzoek om toestemming te geven voor (door)leveren van uw gegevens in ...

Lees meer

Extra nieuwsbrief –Belangrijk bericht over afhandeling terugbetalingen door Menzis

Zoals u inmiddels weet, heeft de LVVP de arbitragezaak tegen zorgverzekeraar Menzis gewonnen. Menzis zal de bedragen die zij op ...

Lees meer